Goede spijsvertering

Maag-darmaandoeningen of spijsverteringsproblemen komen vaak voor bij katten en honden. De meest voorkomende klachten zijn braken en diarree. Deze problemen kunnen voorkomen bij huisdieren van alle leeftijden.

Alle dieren hebben voeding als ‘brandstof’ nodig om in leven te blijven. Voordat voedsel door het lichaam kan worden opgenomen, moet het eerst tot kleine deeltjes (voedingsstoffen) worden afgebroken. Dit proces heet de spijsvertering en vindt plaats in het maag-darmkanaal. Het begint al in de mond waar de voeding door het kauwen verkleind wordt. De echte spijsvertering begint vervolgens in de maag en gaat door in de dunne darm, waar de voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen.

De lever en alvleesklier produceren stoffen die de vertering mogelijk maken. In de dikke darm vindt weinig vertering plaats. Hier wordt met name water vanuit het darmkanaal heropgenomen in het lichaam, waardoor de darminhoud als het ware indikt. Dit is belangrijk voor het krijgen van een stevige ontlasting en houdt daarnaast het vochtgehalte van het lichaam op peil.

Symptomen van maag-darmaandoeningen?

  • Braken
  • Diarree
  • Wisselende eetlust
  • Gewichtsverlies (ondanks goed eten)
  • Verandering van de hoeveelheid ontlasting
  • Vaker ontlasting
  • Persen bij de ontlasting
  • Bloed of slijm bij de ontlasting
  • Rommelende darmgeluiden

Veelgestelde vragen

  • Er kunnen veel verschillende aandoeningen in het maag-darmkanaal optreden. Veel voorkomende problemen zijn:

    Gastro-enteritis
    Gastritis betekent ontsteking van het maagslijmvlies. De meest voorkomende klachten hierbij zijn braken en buikpijn. Gastritis gaat vaak gepaard met enteritis (ontsteking van de darm). De term gastro-enteritis wordt gebruikt voor een ontsteking van het hele maag-darmkanaal. Een ontsteking van het maag-darmkanaal kan vele oorzaken hebben, zoals een bacteriële- of virusinfectie, het eten van bedorven voedsel, een voedingsovergevoeligheid of het gebruik van bepaalde medicijnen. Wanneer het maag-darmkanaal ontstoken is, kan het niet meer goed werken en wordt de spijsvertering verstoord. Water en voedingsstoffen worden niet goed opgenomen en hierdoor ontstaat diarree.

    Constipatie/obstipatie
    Naast diarree kan het ook voorkomen dat de kat of hond te harde ontlasting heeft. Meestal komt dit door een minder goed werkende dikke darm. Hierdoor gaat het dier steeds meer persen op de ontlasting (constipatie) en kan op den duur een verstopping ontstaan (obstipatie).

    Chronische darmontsteking / Inflammatory Bowel Disease
    Een chronische darmontsteking is een vaak voorkomende oorzaak van braken en diarree. Dieren met Inflammatory Bowel Disease (IBD) hebben last van een ernstige ontsteking van de darm, waardoor de vertering en opname van voedingsstoffen aanzienlijk vermindert. Dit leidt tot gewichtsverlies en een slechte conditie.

    Aandoeningen van de alvleesklier
    De alvleesklier (pancreas) is een V-vormige klier die vlakbij de maag ligt. De alvleesklier speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering door de productie van pancreassappen. Pancreassappen bevatten enzymen die belangrijk zijn voor de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten. Bij sommige dieren is de productie van pancreassappen verstoord.

    Deze aandoening wordt ook wel EPI (Exocriene Pancreas Insufficiëntie) genoemd. EPI leidt tot een minder goede vertering en een verminderde opname van de voedingsstoffen. Hierdoor zijn katten en honden met EPI vaak vermagerd ondanks dat ze goed eten en hebben ze een slechte vachtconditie.
    Een andere aandoening van de pancreas is pancreatitis. Dit is een ontsteking van de alvleesklier. Dieren met een acute pancreatitis zijn plotseling erg ziek. Ze kunnen hoge koorts hebben, braken en hebben erge buikpijn.

    Colitis
    Colitis is een ontsteking van de dikke darm (het colon). Deze aandoening wordt gekarakteriseerd door het veelvuldig produceren van kleine beetjes dunne ontlasting, soms gepaard met bloed en/of slijm. Vaak heeft het dier pijn of gaat de ontlasting moeilijker (persen). Colitis kan vele oorzaken hebben, zoals parasieten, infecties en voedselovergevoeligheid. De klachten zijn zeer wisselend. Sommige dieren hebben slechts geringe problemen, terwijl andere ernstig ziek kunnen zijn. Ook is colitis bij een aantal dieren een steeds weer terugkerend probleem.

  • De meest voorkomende verschijnselen bij maag-darmaandoeningen zijn braken en/of diarree. De behandeling is afhankelijk van de ernst en de oorzaak van de aandoening. De algemene behandeling van braken en diarree is als volgt:

    Braken
    Als de oorzaak van het braken bekend is, zal de behandeling hierop gericht worden. Bij ernstige uitdroging kan een infuus noodzakelijk zijn om het tekort aan vocht en elektrolyten aan te vullen. Bij een acute maagontsteking (gastritis) moet het dier meestal 12-24 uur vasten. Bij chronische (langdurende) braakklachten is het juist belangrijk dat het dier regelmatig (4-6 keer per dag) kleine porties licht verteerbare dieetvoeding eet. Daarnaast kan met medicijnen het braken onderdrukt worden en de maagzuurproductie worden geremd.

    Diarree
    Als de kat of hond uitgedroogd is, zal d.m.v. een infuus vocht worden toegediend en een electrolytenoplossing als drinken worden aangeboden. Als het dier niet braakt, hoeft hij niet te vasten. Het is dan juist belangrijk dat het dier regelmatig (4-6 keer per dag) licht verteerbare voeding krijgt. Verder kan met medicijnen de beweeglijkheid van de darm worden beïnvloed, het darmslijmvlies worden beschermd en de ontsteking van het darmslijmvlies worden geremd. Daarnaast kan uw dierenarts voor bepaalde aandoeningen antibiotica voorschrijven.

    Indien er sprake is van EPI (Exocriene Pancreas Insufficiëntie) zal uw huisdier meestal bepaalde medicijnen (pancreasenzymen) voorgeschreven krijgen om de vertering van voedingsstoffen te verbeteren.

  • Zeer goed verteerbare ingrediënten
    Een dieetvoeding met zeer goed verteerbare ingrediënten zorgt ervoor dat het maag-darmkanaal de voedingsstoffen die uw huisdier nodig heeft, gemakkelijk kan verteren en opnemen.Een voeding met een hoge energiedichtheid kan het volume van de maaltijden beperken en zo het maag-darmkanaal ondersteunen. Door de maaltijden in kleine porties, verspreid over de dag te geven, hoeft het maag-darmkanaal slechts kleine hoeveelheden tegelijk te verwerken, zodat het snel kan herstellen.

    Bijdragen aan een gunstige darmflora en een optimale spijsvertering
    Een voeding verrijkt met specifieke vezels als bietenpulp, Fructo-Oligo-Sacchariden (FOS), Manno-Oligo-Sacchariden (MOS) en psyllium draagt bij aan een gunstige darmflora en een optimale spijsvertering. Dieren die last hebben van constipatie hebben een harde ontlasting. Voedingsvezels bevorderen de passage van voeding door de darmen en kunnen de ontlasting zachter maken.

Terug naar voeding