Voor spoedgevallen zijn wij altijd bereikbaar op 040-3035152 en werken wij samen met het Evidensia dierenziekenhuis Zuid-Oost Brabant

Gebitsbehandeling

Gebitsbehandeling bij het paard is erop gericht om het gebit in evenwicht te houden zodat het paard zijn volledige gebit goed kan gebruiken om zonder klachten zijn eten goed te kunnen kauwen. Op dit moment vind gebitsbehandeling vaak plaats bij paarden die al klachten hebben. Voordat we merken dat een paard klachten heeft heeft het paard vaak al een langere periode pijn in zijn mond. Hij zal daardoor misschien minder goed eten waardoor hij niet voldoende voedingsstoffen binnen krijgt en dus niet optimaal kan groeien dan wel presteren. Daarnaast kan het niet voldoende kunnen kauwen van het voer verstopping en koliek tot gevolg hebben. Het is dus belangrijk om het gebit van uw paard regelmatig te laten controleren.

Herkent u de volgende symptomen?

  • Langzamer eten of eten laten liggen
  • Eten uit de mond laten vallen of proppen maken
  • Vermageren en/of koliek problemen
  • Slecht het bit aannemen
  • Moeite met inbuiging

Veelgestelde vragen

  • Het paard wordt in de meeste gevallen licht gesedeerd. Voor de meeste paarden is een gebitsbehandeling iets onbekends en dus best spannend. Door het paard te sederen kan er rustig gewerkt worden. Dit is voor het paard zelf vaak het prettigst en ook voor het uiteindelijke resultaat het beste.

    Het paard krijgt een mondsperder in. Zonder mondsperder is het niet mogelijk de achterste kiezen van het paard te beoordelen en te behandelen.

    Nadat de mond van het paard schoongespoeld is kijken en voelen wij naar afwijkingen of problemen van het gebit. Als er afwijkingen gevonden worden gaan wij deze corrigeren. Loszittende doppen kunnen verwijderd worden. Haken en scherpe emailpunten worden met de vijl ingekort. Dit kan zowel met de handvijl als met een automatische vijl. Wolfskiesjes die in de weg zitten (dus waar het bit zit) kunnen we verwijderen. In enkele gevallen kan het nodig zijn om kiezen te trekken (bijvoorbeeld omdat ze gebroken zijn).

  • Voortanden. Dit zijn de voorste 12 (6 boven en 6 onder) tanden van het paard. Deze tanden zijn goed zichtbaar als je de lip van het paard optilt. Een veulen krijgt al enkele dagen na zijn of haar geboorte de middelste 4 melkvoortanden. Na 4 tot 6 weken komen de daarnaast gelegen 4 tanden door en de buitenste 4 voortanden komen door op een leeftijd van 6 tot 9 maanden. Vanaf een leeftijd van 2,5 jaar gaat het paard zijn voortanden wisselen. De middelste voortanden wisselen dan, de volgende 4 wisselen als het paard ongeveer 3,5 jaar is en de buitenste 4 voortanden wisselen als het paard ongeveer 4,5 jaar oud is.

    Hoektanden, ook wel hengstentanden. Niet elk paard heeft hengstentanden, hengsten en ruinen hebben ze meestal maar een kwart van de merries heeft ze ook. Een paard heeft 4 hengstentanden (2 boven en 2 onder). Ze liggen een stukje achter de buitenste voortanden en komen door op een leeftijd van 4 tot 6 jaar.

    Wolfskiesjes. Eigenlijk zijn wolfskiesjes de eerste kiezen alleen omdat hun vorm heel anders is dan die van de andere kiezen worden ze apart genoemd. 20 tot 30% van de paarden (merries wat meer dan hengsten en ruinen) hebben wolfskiesjes. Deze bevinden zich meestal alleen in de bovenkaak net voor de eerste grote kiezen. Het komt ook voor dat een paard maar aan 1 kant een wolfskiesje heeft of dat paarden kleine wolfskiesjes in de onderkaak hebben. Ook kan het voorkomen dat de wolfskiesjes wat verder naar voren zitten. Wolfskiesjes hebben geen functie in het gebit alleen kunnen problemen geven omdat het bit tegen de wolfskiesjes aan ligt.

    Kiezen. Een paard heeft 24 kiezen (12 boven en 12 onder). Als het veulen geboren wordt heeft het meestal al 12 melkkiezen. Deze melkkiezen beginnen vooraan te wisselen op een leeftijd van 2,5 jaar, 3 jaar en 4 jaar. Achter deze kiezen komen op een leeftijd van 1, 2 en 3,5 jaar de andere 12 kiezen door. De kiezen zijn het belangrijkst bij het kauwen van het eten. Het paard vermaalt zijn eten door de kiezen zijdelings over elkaar heen te bewegen. De kiezen slijten hierbij langzaam af. Dit wordt opgevangen doordat de tanden en kiezen van een paard zijn hele leven lang langzaam doorgroeien.

  • Emailpunten en haken zijn de meest voorkomende gebitsproblemen bij het paard.

    Emailpunten. Email is het sterke materiaal wat in de tanden en kiezen zit. De bovenkaak van een paard is net iets breder dan de onderkaak. Hierdoor steken de kiezen van de bovenkaak net iets aan de wangkant uit ten opzichte van de kiezen van de onderkaak. Als het paard geen problemen heeft dan kauwt hij door de gehele kies-oppervlakken langs elkaar te wrijven en zo slijt het gehele oppervlak af. Maar als het paard niet het hele oppervlak van de kies benut dan groeit de wangkant van de kiezen in de bovenkaak en de tongkant van de kiezen in de onderkaak te hard door. Hierdoor ontstaan scherpe puntjes aan de kiezen. Als deze groot genoeg zijn prikken ze in de binnenkant van de wang van het paard en in zijn tong. Dit geeft natuurlijk een erg onprettig gevoel. Op het plaatje hieronder is schematisch in het rood te zien waar de emailpunten ontstaan. Je moet je hierbij voorstellen dat je vanaf de voorkant van het paard tegen de kiezen aankijkt.

    Haken. Haken ontstaan meestal op de voorste kies van de bovenkaak en de achterste kies van de onderkaak. Haken ontstaan omdat de kiezenrij niet helemaal mooi op elkaar aansluit waardoor een deel van de kauwoppervlakken van deze kiezen niet gebruikt wordt en dus niet afslijt en langzaam aan doorgroeit. Als de haken groot genoeg zijn prikken ze bij het kauwen in het tandvlees van de tegenoverliggende kaak. Op het plaatje hieronder is met rood aangegeven waar de haken meestal ontstaan.

    Doppen. Doppen ontstaan bij het wisselen van de kiezen. Ze worden dus gevonden bij paarden van 2,5 tot ruim 4 jaar. Als de volwassen kies de melkkies omhoog duwt blijft soms een restje melkkies op de volwassen kies zitten. Hierdoor is deze kies hoger dan de kies aan de andere kant (waar het restje melkkies wel vanaf is). Het paard kan nu ineens moeilijk eten omdat zijn gebit niet meer op netjes elkaar sluit. Daarnaast zitten er aan de onderkant van de dop vaak scherpe puntjes die in het tandvlees prikken.

Terug naar behandelingen