Voortanden. Dit zijn de voorste 12 (6 boven en 6 onder) tanden van het paard. Deze tanden zijn goed zichtbaar als je de lip van het paard optilt. Een veulen krijgt al enkele dagen na zijn of haar geboorte de middelste 4 melkvoortanden. Na 4 tot 6 weken komen de daarnaast gelegen 4 tanden door en de buitenste 4 voortanden komen door op een leeftijd van 6 tot 9 maanden. Vanaf een leeftijd van 2,5 jaar gaat het paard zijn voortanden wisselen. De middelste voortanden wisselen dan, de volgende 4 wisselen als het paard ongeveer 3,5 jaar is en de buitenste 4 voortanden wisselen als het paard ongeveer 4,5 jaar oud is.
Hoektanden, ook wel hengstentanden. Niet elk paard heeft hengstentanden, hengsten en ruinen hebben ze meestal maar een kwart van de merries heeft ze ook. Een paard heeft 4 hengstentanden (2 boven en 2 onder). Ze liggen een stukje achter de buitenste voortanden en komen door op een leeftijd van 4 tot 6 jaar.
Wolfskiesjes. Eigenlijk zijn wolfskiesjes de eerste kiezen alleen omdat hun vorm heel anders is dan die van de andere kiezen worden ze apart genoemd. 20 tot 30% van de paarden (merries wat meer dan hengsten en ruinen) hebben wolfskiesjes. Deze bevinden zich meestal alleen in de bovenkaak net voor de eerste grote kiezen. Het komt ook voor dat een paard maar aan 1 kant een wolfskiesje heeft of dat paarden kleine wolfskiesjes in de onderkaak hebben. Ook kan het voorkomen dat de wolfskiesjes wat verder naar voren zitten. Wolfskiesjes hebben geen functie in het gebit alleen kunnen problemen geven omdat het bit tegen de wolfskiesjes aan ligt.
Kiezen. Een paard heeft 24 kiezen (12 boven en 12 onder). Als het veulen geboren wordt heeft het meestal al 12 melkkiezen. Deze melkkiezen beginnen vooraan te wisselen op een leeftijd van 2,5 jaar, 3 jaar en 4 jaar. Achter deze kiezen komen op een leeftijd van 1, 2 en 3,5 jaar de andere 12 kiezen door. De kiezen zijn het belangrijkst bij het kauwen van het eten. Het paard vermaalt zijn eten door de kiezen zijdelings over elkaar heen te bewegen. De kiezen slijten hierbij langzaam af. Dit wordt opgevangen doordat de tanden en kiezen van een paard zijn hele leven lang langzaam doorgroeien.